Bedrijfstrainingen rond gevoelige kwesties

Hoe ga je op de werkvloer om met onderwerpen die je liever niet bespreekt maar waar je samen toch een weg in hebt te zoeken? Daar gaat mijn hart sneller van kloppen.


In de waan van de dag is er nauwelijks tijd voor een goed gesprek maar er borrelt en speelt vaak wel van alles. In mijn trainingen geef ik ruimte aan wat er leeft én kom ik tot concrete stappen, bijvoorbeeld hoe je iets aankaart, hoe te handelen. Mijn ervaring? De tijd nemen een kwestie eens goed door te zagen, levert voor toekomstige issues alleen maar tijdwinst op.


Leer hieronder een aantal cases uit mijn trainingen in media en onderwijs. NB: de trainees op de foto namen niet deel aan deze sessies.


Ik ben lid van de NOBTRA, Nederlandse Orde voor beroepstrainers, bezig met mijn registratie tot erkend NOBTRA trainer.

Casus 1

'Waarom hebben we het hier nooit over op de redactie?'

Een training bij een groot mediabedrijf.


Tijdens een training aan journalisten lopen de emoties hoog op. Deelnemers zijn gevraagd een casus in te brengen waarin zij kampen met issues rond religieuze diversiteit. Het wordt overduidelijk dat media in dit tijdsgewricht onder druk staan, veel kritiek hebben te verduren, zelf ook worstelen met hun afwegingen. Ondertussen heb je als redacteur je eigen principes en emoties. Een greep uit de cases.


Hoe ga ik in tegen mijn eindredacteur die alleen maar wil dat ik snel mogelijk hard nieuws plaats op een liveblog over een de rellen in Amsterdam terwijl ik eerst onderzoek wil doen naar de feiten?


Hoe ga ik er als journalist met joodse of moslimachtergrond mee om dat ik voortdurend persoonlijk wordt aangekeken op de oorlog Israël-Gaza, het verwijt krijg dat ik niet objectief zou zijn, terwijl ik van de objectiviteit van mijn collega's ook wel wat vind?


Hoe krijg ik steun van mijn redactie voor minder sexy onderwerpen als religie en diversiteit die wel degelijk spelen maar niet passen in de bubbel van mijn redactie, hoe vind ik de moed dit aan te kaarten?


Hoe ga ik om met mijn eigen emoties rond Gaza en Israël, rond conservatieve religies die de mijne niet zijn, terwijl ik daar verslag van ga doen? Welk mechanisme ligt hieronder? Waar moet ik op letten? Welke vragen stel ik wel en niet? Hoe breng ik partijen gelijkwaardig in beeld?


In twee ochtenden diepen we uit welke emoties een rol spelen en waarom dit ons zo raakt. Verbazing over hoeveel lagen dit naar boven brengt, wat allemaal van belang blijkt te zijn, waarom je ook alweer journalist werd. 'Waarom hebben we het hier nooit over op de redactie?' Wanneer de emoties zijn geluwd en er intens is geluisterd naar de ander, ontstaat er wederzijds begrip en ontvouwt zich vanzelf een stappenplan waar ze die middag meteen mee aan de slag kunnen.


Casus 2

Hoe reageer je op schamperende reacties van leerlingen op Paarse Vrijdag? Een moreel beraad in het onderwijs.


Een docent aardrijkskunde wordt tijdens haar les aan hoogbegaafde pubers verrast met een aankondiging via de intercom over Paarse Vrijdag. Dat is de dag dat leerlingen en personeel paars dragen uit solidariteit met lhbti+'ers. Enkele jongens maken schamperende en grove opmerkingen. De docent ziet andere leerlingen in hun schulp kruipen. Van sommigen weet ze dat ze worstelen met hun seksuele geaardheid, De les is verstoord. Wat te doen?


Tijdens een moreel beraad met tien anderen komt op tafel wat haar raakt en wat voor haar van waarde blijkt. Er speelt nogal wat. De docent is ten eerste zelf van haar stuk gebracht, geraakt, boos, Ze wil tegelijk veiligheid bieden aan de kwetsbare leerlingen, als opvoeder de oproerkraaiers aanspreken op hun gedrag. Als docent voelt ze zich ook verplicht haar onderwijsprogramma af te draaien. En er is loyaliteit maar ook onbegrip naar de leerlingenraad die de goedbedoelende boodschap plompverloren over de intercom gooide. Maar ja, zou zo'n boodschap langzamerhand niet net zo normaal moeten zijn als een aankondiging over de Warmetruiendag? Die gaat ook over de intercom.


Al pratende ontdekt de docent wat voor haar essentieel is: de veiligheid voor de kwetsbare leerlingen en de noodzaak van respect en inlevingsvermogen overbrengen aan de ander. Ze ontdekt dat ze ter plekke goed heeft gehandeld, door het kort te benoemen en door te gaan met de les. Na het moreel beraad besluit ze de kwestie aan te kaarten bij hun mentor die er gericht aandacht aan kan geven, en te bespreken met de leerlingenraad over hoe, waar en wanneer je zo'n aankondiging handig kan doen. De knoop is eruit, de docent is zichtbaar opgelucht en weet sneller wat te doen in vergelijkbare situaties.


Casus 3

‘Ik dacht dat dit over oudere mensen zou gaan, niet over mij’
Een socratisch gesprek met studenten over eenzaamheid.


Het is laat op de middag na een lange dag. Wie heeft er nog zin in een socratisch gesprek? Niemand echt, maar vooruit. Met twaalf studenten voer ik een gesprek waar ze het zelf over willen hebben. Wat is eenzaamheid? We beginnen geheel socratisch vanuit totale onwetendheid vragen te verzamelen: Wanneer ben je eenzaam? Is eenzaamheid altijd negatief, kun je samen eenzaam zijn, kun je het zelf oplossen of heb je daar altijd een ander voor nodig?


Het rondje ervaringen delen raakt bij iedereen onbedoeld meteen een gevoelige snaar. Een studente schiet vol wanneer ze vertelt hoe eenzaam ze zich voelde na de scheiding van haar ouders. Er is volop aandacht voor haar. Haar verhaal roept veel herkenning op. Een ander, ook in tranen, vertelt over een relatie waar ze zo naar had uitgekeken maar waarin ze zich zo eenzaam voelde. Ze wilde het niet uitmaken, want dan zou ze weer alleen zijn. gek eigenlijk. Ze was al alleen of was het eenzaam?

En er is de jongen die zich eenzaam voelt wanneer hij door social media scrolt en anderen leuke dingen ziet doen. Na het rondje zit bijna iedereen met rode ogen. We lachen door de tranen heen. ‘Ik zeg misschien niks’, biecht een tot dan toe stil meisje op, ‘maar ik hoor jullie wel hoor. Ik word alleen altijd misselijk als het heftig word. Dan houd ik me maar beter stil.’ Prima, alles mag.


We gaan een laagje dieper. Wat kunnen al deze ervaringen ons vertellen over wat eenzaamheid is en wat voor ons hierin belangrijk is? Moet er een ander zijn? Nee, zegt een student beslist. ‘Mijn oma heeft de hele familie om zich heen maar voelt zich toch eenzaam na het overlijden van haar man.’ En hoe zit het dan met de kluizenaar die altijd alleen is en zich nooit eenzaam voelt. En is dat erg? Hoe deal je ermee? Iedereen luistert vol aandacht naar elkaar en zoekt mee naar wat we eigenlijk bedoelen met eenzaamheid. De tranen blijven komen, buiten is het al donker. ‘Heftig zeg, maar wel goed hoor,’ verzucht een studente. ‘Ik bedoel, we hebben het hier echt helemaal nooit over. Met niemand. We spelen allemaal mooi weer op social media.’ Iedereen knikt.


Dan naar de essentie. Waar draait het hier om? Eigenlijk wilde ik me geliefd voelen in die relatie, concludeert een meisje. Ik wilde me gezien en gehoord voelen, zegt een jongen, er was niemand voor mij. Ik wilde mij echt begrepen voelen. Ja, zo was het voor mijn oma denk ik ook, zegt het meisje.


Gezien, gehoord en begrepen voelen. Eigenlijk is dat dus wat ontbreekt wanneer je je eenzaam voelt. Ja, en de ander horen, zien en begrijpen is eigenlijk precies wat we hier vanmiddag voor elkaar doen. Ja, beaamt iedereen, dat is het precies. ‘Tjee, wat een mooi gesprek,’ zegt het meisje met de gescheiden ouders verbaasd. ‘Ik dacht dat we het over oudere mensen zouden hebben die eenzaam zijn, had niet gedacht dat het ook over mij zou gaan en dat dit allemaal boven zou komen. Pff.’


En ook dat is geheel socratisch, naar de metafoor van de vroedvrouw: iets wat al in je was aan ideeën geboren laten worden. Bijna vrolijk gaan we de donkerte in, een klein beetje minder eenzaam.

Hoe ik deze expertise ontwikkelde

Mijn expertise in omgaan met gevoelige kwesties bouwde ik op tijdens mijn journalistieke carrière bij onder meer AD Utrechts Nieuwsblad, Trouw en NieuwWij. Ook de diversiteit in het onderwijs en mijn levensgeschiedenis boden mij een vruchtbare omgeving.


Voor mijn master religiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht studeerde ik in 2010 af op de interreligieuze dialoog.


Voor mijn meesterproef aan het IVLOS, - waar ik in 2011 mijn eerstegraads lesbevoegdheid levensbeschouwing haalde - ontwikkelde ik een perceptiedidactiek waarmee je negatieve beeldvorming rond religie in de klas kunt doorbreken. Hierover schreef ik twee gepubliceerde wetenschappelijke artikelen, voor één won ik de Paul Boersma award, Ik schreef ook boeken over fundamentalisme en interreligieuze relaties.


Voor de School voor Journalistiek in Utrecht ontwikkelde ik vanaf 2012 het vak religie & narrativiteit en het vak levensbeschouwing voor journalisten. Ik geef les in journalistiek media-ethiek, psychologie, sociologie en culturele antropologie. 


Voor de minor Filosofie, Wereldreligies en Spiritualiteit aan de Hogeschool Utrecht zette ik de specialisatie interculturele communicatie op en begeleid ik socratisch gesprekken en morele beraden.


Sinds 2021 geef ik trainingen en lezingen over religieuze diversiteit in de journalistieke praktijk en hoe om te gaan met morele kwesties., onder meer bij NPO, WerkStation, NOS en diverse regionale omroepen


In de loop der jaren is mijn aandachtsveld en expertise verbreed van religie naar zoveel andere gevoelige onderwerpen. Denk aan polarisatie, racisme, diversiteit, gender en lhbti+,  klimaat, complottheorieën, relaties, ethische kwesties en taalgebruik.


Zie hieronder mijn eerdere boeken en enkele interviews over mijn werk.




Interview in Reformatorisch Dagblad, 23 april 2021

 


Een interview met het RD naar aanleiding van  de commotie tussen journalisten en kerkgangers in Urk en Krimpen aan de IJssel. Basiskennis over religie is voor journalisten onmisbaar. Docent Pauline Weseman wil haar studenten journalistiek vooral dit meegeven: Probeer religieuze mensen open te benaderen en te achterhalen wat hun drijfveren zijn.



Interview in Nederlands Dagblad, 12 juni 2017

 

Journalist, docent en religiewetenschapper Pauline Weseman (45) – actief voor Trouw en eerder werkzaam bij onder andere de EO en het AD – geeft alle 350 eerstejaarsstudenten van de hbo-opleiding journalistiek in Utrecht les in religie. Jodendom, christendom, islam, boeddhisme, hindoeïsme. Het vak – vier keer drie uur – heeft dezelfde status als bijvoorbeeld politiek, economie en kunst.

 

De Fundi-Factor Van Nederland

Op Zoek Naar Hedendaags Fundamentalisme

Uitgeverij Meinema, 2011, 140 blz., € 10,50

 

Precies een eeuw geleden was een fundamentalist een Amerikaanse protestant die zijn geloofsfundamenten veilig wilde stellen. Tegenwoordig doet een fundamentalist eerder denken aan een militante fanaticus. Is dat terecht? In 2010 en 2011 ging ik een jaar lang ging ik voor dagblad Trouw op zoek naar hedendaags fundamentalisme, in twaalf interviews en reportages. De tocht voerde van orthodoxe joden en Pro Life-christenen in Nederland, langs een hindoevoorganger in Den Haag die de reputatie heeft ultrafundamentalistisch te zijn, naar bijeenkomsten van 'nieuwe spirituelen'. Zelfs zij, bekend om hun 'alles mag-mentaliteit', zouden fundamentalistische trekjes vertonen.


Trouw ontwikkelde met de Vrije Universiteit een online zelftest, waarin deelnemers hun fundamentalistische gehalte kunnen ontdekken. Joke van Sane analyseert in dit boek de resultaten van die test. Ook zijn diverse interviews opgenomen met bekende Nederlanders die de test deden, zoals schrijfster Franca Treur, rabbijn Awraham Soetendorp en internetprovocateur Bert Brussen. De fundi-factor van Nederland is een bundel met artikelen, beschouwingen en interviews die tijdens dit project in Trouw verschenen, waaronder essays van de Vlaamse kerkjurist Rik Torfs en Trouw-journalist Eildert Mulder.

 

Het duivels kussen

Wat als je partner een ander geloof heeft dan jij?

Uitgeverij Ten Have, 2008, 173 blz., € 14,90


Als partners en verschillend geloof aanhangen, wordt de relatie soms stevig op de prof gesteld. leder heeft zijn eigen ideeën over het leven: eigen feestdagen en rituelen, eigen opvattingen over opvoeding bijvoorbeeld. Hoe gaan gemengde stellen met die verschillen om zonder het geloof van de ander en van zichzelf tekort te doen? Wat zijn de verrijkingen, wanneer ontstaat er eenzaamheid?


In 2008 interviewde ik tien religieus gemengde stellen, zoals een moslim en een katholiek, een protestant en een boeddhist, een jood en een atheïst. Aanhangers van alle grote wereldreligies komen aan bod. Een ding hebben ze gemeen: ze kozen uit liefde voor elkaar. In en multireligieuze samenleving als de Nederlandse zijn deze stellen de pioniers: inspirerende voorbeelden van hoe je samen een weg kunt vinden, zonder je eigenheid te verliezen.


Met uitleg van onder anderen Antoine Bodar, rabbijn Awraham Soetendorp, Gé Speelman, Corry Nicolay en Jan Peter Schouten over het fenomeen gemengde huwelijken.